Vertaalwoordenboek
Nederlands | Papiaments (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bevelen; commanderen) | komandá ; manda | |
(gezagvoerder) | bòs ; hefe | |
🔗 Wie is de aanvoerder? | ||
(bevelhebber; bevelvoerder; commandant) | komandante | |
🔗 Geloof mij, edele aanvoerder, ik weet waarover ik spreek! | ||
(hoofd; leider) | chif | |
(overbrengen; transporteren; vervoeren) | transportá | |
(houden; vasthouden; huldigen) | nister ; tene | |
🔗 De Saint voerde nog een telefoongesprek, genoot van een goede lunch en reed dan naar de stad. |