Vertaalwoordenboek
Nederlands | Schots-Gaelisch (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(gereed; klaar) | deiseil ; ullamh | |
🔗 Maar het portret is nog niet af. | ||
(doden; doodmaken; ombrengen; om het leven brengen; van kant maken) | marbh | |
🔗 Het dier moest worden afgemaakt. | ||
(neertellen) | cùnnt | |
(flikkeren; neervallen; vallen) | tuit | |
(verbeiden; wachten; wachten op; opwachten) | feith | |
🔗 Daarna gingen ze weer naar de wagen om de komst van de karavaan af te wachten. |