Vertaalwoordenboek
Nederlands | Frans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(afdrijven) | dériver | |
🔗 De boot dreef naar een ondiep, modderig gedeelte. | ||
(dobberen; vlotten) | flotter | |
🔗 Hier in de buurt drijft een lege boot. | ||
amener à ; faire avancer ; pourchasser ; poursuivre ; | ||
🔗 Al sinds weken viel er niet meer aan te denken het vee naar de weidegronden te drijven. | ||
(sterkte) | force | |
(macht; vermogen) | capacité ; habilité | |
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen! | ||
(sterkte) | force ; puissance | |
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter. |
Het woord drijfkracht kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.