Vertaalwoordenboek
Nederlands | Faeröers (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(zorgen voor) | skipa fyri | |
🔗 Hij had beter een gemaskerd feest kunnen aanrichten. | ||
(berokkenen; flikken; teweegbrengen; veroorzaken; ten gevolge hebben; zorgen voor; bezorgen) | gera ; orsaka | |
🔗 Het lijkt erop dat de tsoenami in Noord‐ en Zuid‐Amerika weinig schade heeft aangericht. | ||
ráða ; stjórna | ||
🔗 Onze geweren zijn op u gericht. |