Vertaalwoordenboek
Nederlands | Esperanto |
---|---|
🔗 De aanhouder wint. | |
(arresteren; oppakken; in hechtenis nemen) | |
🔗 Hij werd al op 14 april aangehouden. | |
daŭradi | |
🔗 De verwachting is dat de gladheid tot in de ochtend aanhoudt. | |
(duren; standhouden; voortduren) | ( plui ) |
(keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tegenhouden; tot staan brengen) | |
🔗 Biggles hield een taxi aan en ging terug naar zijn kantoor in Scotland Yard. | |
insistadi | |
(uitstellen) | |
teni brulanta | |
teni sur si | |
🔗 U kunt uw broek aanhouden. |