Vertaalwoordenboek
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(spijs) | ||
(bikken; nuttigen; vreten) | ; | |
🔗 Dat zal ik doen zodra ik iets heb gegeten. | ||
(maaltijd) | ||
🔗 Ze eten geen vlees maar wat is kip dan? | ||
🔗 Morgen eten we bij mijn jongste zoon. | ||
🔗 Had je tijdens uren van verveling het gevoel dat je snel leefde? | ||
🔗 Het uur der vergelding zal aanbreken. | ||
🔗 Dat kunt u om tien uur doen. | ||
🔗 Uur na uur ging voorbij. | ||
🔗 Bij ons kost het per uur 12 euro. |
Nederlands | Engels |
---|---|
etensuur | dinner‐hour |
eten | bite; chow; dine; dinner; eat; eating; feed; food; manducate; manducation; meat; nosh; have dinner |
uur | hour |