Vertaalwoordenboek
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aannemelijk; aanvaardbaar) | ||
(aannemen; aanvaarden) | ||
🔗 Ze ging zitten en accepteerde de sigaret die hij haar aanbood. | ||
(aannemen) | ||
🔗 Accepteer de uitdaging. | ||
(onaanvaardbaar; wraakbaar) | inadmissible ; | |
🔗 Toch zouden de Russische leiders het onacceptabel vinden om de stad weer op te geven. |
Nederlands | Engels |
---|---|
acceptabel | acceptable |
accepteren | accept; come to terms with |
inacceptabel | unacceptable |