Vertaalwoordenboek
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
go to table ; sit down at the table | ||
🔗 Ook toevallige voorbijgangers werden uitgenodigd aan te schikken. | ||
(conveniëren; gelegen komen; passen; uitkomen; voegen) | ||
🔗 In die week schikt het me iedere dag. | ||
(beredderen; redderen; regelen) | ; | |
🔗 Een dienstmeid bracht een zilveren schaal binnen waarop twaalf rijpe vijgen lagen geschikt. |
Nederlands | Engels |
---|---|
aanschikken | draw up to the table; sit down to table |
schikken | accommodate; adjust; arrange; compose; compromise; conform; dispose; order; regulate; set; settle; suit; move up |