Vertaalwoordenboek
Nederlands | Duits (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(sterkte) | Gewalt ; ; Stärke | |
(macht; vermogen) | ; Gewalt ; Können ; ; ; | |
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen! | ||
(sterkte) | Stärke ; ; Gewalt ; | |
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter. | ||
(echtgenoot) | Ehemann ; Gatte ; Gemahl ; Gespons ; | |
🔗 Hij en Minerva leefden nu als man en vrouw. | ||
(kerel; manspersoon; vent) | ||
🔗 Hebt u deze man vermoord? |
Het woord mannenkracht kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.