Vertaalwoordenboek
Nederlands | Afrikaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(lieden; mensen; volk) | ||
🔗 Rijke lui zoals u hebben het moeilijk, meneer. | ||
🔗 Zijn Russen lui? | ||
🔗 Achter de balie stond een leunstoel, en daarop lag een jongen van vijf‐, zestien lui uitgestrekt, | ||
(gerieflijk; gemakkelijk; geriefelijk) | ; | |
🔗 Hij bracht de rest van de nacht door op de luie stoel. |
Het woord aartslui kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.