Information du mot zedeloos (néerlandais → espéranto: malmorala)

Synonymes: gemeen, immoreel, onzedelijk, zedenkwetsend

Parti du discoursadjectif
Prononciation/ˈzedəlos/
Césureze·de·loos

Degrés de comparaison

Positifzedeloos
Comparatifzedelozer
Superlatifmeest zedeloos

Déclinaison

 PositifComparatifSuperlatif
Prédicatifzedelooszedelozer(het) meest zedeloos, (het) meest zedeloose
AttributifIndéfiniPluriel masculin et fémininzedelozezedelozeremeest zedeloze
Singulier neutrezedelooszedelozermeest zedeloos
Plurielzedelozezedelozeremeest zedeloze
Définizedelozezedelozeremeest zedeloze
Partitifzedelooszedelozers 

Exemples d’usage

Een jonge officier, die met zijn oorlogsschip in de haven van Istanboel lag en een feestje van Haga bezocht, gaf erg af op diens zedeloze levenswijze.

Traductions

anglaisimmoral
espérantomalmorala
françaisabject; immoral; malsain
islandaisyfirgefinn
turcahlaksız; alçak