Information du mot boosaardig (néerlandais → espéranto: malica)

Synonymes: hatelijk, kwaadaardig, snood, te kwader trouw, vals

Parti du discoursadjectif
Prononciation/boˈsaːrdəx/
Césureboos·aar·dig

Degrés de comparaison

Positifboosaardig
Comparatifboosaardiger
Superlatifboosaardigst

Déclinaison

 PositifComparatifSuperlatif
Prédicatifboosaardigboosaardiger(het) boosaardigst, (het) boosaardigste
AttributifIndéfiniPluriel masculin et fémininboosaardigeboosaardigereboosaardigste
Singulier neutreboosaardigboosaardigerboosaardigst
Plurielboosaardigeboosaardigereboosaardigste
Définiboosaardigeboosaardigereboosaardigste
Partitifboosaardigsboosaardigers 

Exemples d’usage

De enorme robijnen die het beeld tot ogen dienden, keken op hem neer, en ze schitterden van een boosaardig soort verstand.
Lijk ik dan zo’n boosaardig monster?
Zij werden een boosaardig volk, zoals de legenden verhalen, want zij vielen onder de schaduw van Angmar.

Traductions

allemandarg; arglistig; boshaft; hämisch; tückisch; heimtückisch
anglaismalicious; vicious
catalanmaliciós; pervers
espagnolmalévolo; malicioso; maligno
espérantomalica
finnoisilkeä
françaisméchant; perfide
frison occidentalglûpsk
frison saterlandfielainich; gnaarich; luurich; luursk
polonaiszłośliwy
portugaismalicioso; malvado; perverso