Information du mot loeien (néerlandais → espéranto: bleki)

Synonymes: balken, blaten, grommen, schreeuwen

Parti du discoursverbe
Prononciation/lujə(n)/
Césureloei·en

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) loei(ik) loeide
(jij) loeit(jij) loeide
(hij) loeit(hij) loeide
(wij) loeien(wij) loeiden
(jullie) loeien(jullie) loeiden
(gij) loeit(gij) loeidet
(zij) loeien(zij) loeiden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) loeie(dat ik) loeide
(dat jij) loeie(dat jij) loeide
(dat hij) loeie(dat hij) loeide
(dat wij) loeien(dat wij) loeiden
(dat jullie) loeien(dat jullie) loeiden
(dat gij) loeiet(dat gij) loeidet
(dat zij) loeien(dat zij) loeiden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
loeiloeit
Participes
Participe présentParticipe passé
loeiend, loeiende(hebben) geloeid

Traductions

allemandbrüllen; schreien
anglaisbellow; moo; low
catalanbramar
espagnolbalar; gritar; ladrar; rebuznar
espérantobleki
finnoisammua
françaiscrier; hurler
frison occidentalâlje; balte; brinzgje
frison saterlandbläärje; brulje; kwoakje; wränskje
hongroisbők
portugaisbalar; berrar; bramir; gritar; grunhir; mugir; ornear; uivar
russeмычать
suédoisbräka; böla; råma; yla