Information du mot god (néerlandais → espéranto: dio)

Synonyme: godheid

Parti du discourssubstantif
Prononciation/ɣɔt/
Césuregod
Genremasculin
Plurielgoden

Exemples d’usage

Zijn goden waren eenvoudig en makkelijk te begrijpen.
Mogen de goden ons allen beschermen.
De twee andere goden bleven gevangen in de kerker van Hreidmars woning.
We kunnen wel tegen de Romeinen vechten, maar niet tegen de wil van de goden!
De goden mogen het weten, vriend!
Gij zijt een god naar mijn hart!
Dat is de wil van de goden.

Traductions

afrikaansgod
allemandGott
anglaisgod; divinity
anglais (vieil anglais)god
bas allemandgod
catalandéu
danoisgud
espagnoldios
espérantodio
féringiengud
françaisdieu
frison occidentalgod
frison saterlandGod
galloisduw
grecθεός
hongroisisten
islandaisguð
italiendio
latindeus; divus
norvégiengud
papiamentodios; djos
portugaisdeus; divinidade; nume
russeбог; богество
souahélimungu
sranangado
suédoisgud
tagalogdiyós
tchèquebůh
turctanrı