Synonymes: aangenaam, genoeglijk, leuk, prettig, plezant
Parti du discours | adjectif |
---|
Prononciation | /bəˈɦaxlək/ |
---|
Césure | be·haag·lijk |
---|
Degrés de comparaison
Positif | behaaglijk |
---|
Comparatif | behaaglijker |
---|
Superlatif | behaaglijkst |
---|
Déclinaison
| Positif | Comparatif | Superlatif |
---|
Prédicatif | behaaglijk | behaaglijker | (het) behaaglijkst, (het) behaaglijkste |
---|
Attributif | Indéfini | Pluriel masculin et féminin | behaaglijke | behaaglijkere | behaaglijkste |
---|
Singulier neutre | behaaglijk | behaaglijker | behaaglijkst |
---|
Pluriel | behaaglijke | behaaglijkere | behaaglijkste |
---|
Défini | behaaglijke | behaaglijkere | behaaglijkste |
---|
Partitif | behaaglijks | behaaglijkers | |
---|
Buiten blies een kille wind over de vlakte, maar hier beneden verspreidde een vuurtje behaaglijke warmte.
Hij voelde zich te behaaglijk en vredig om te redetwisten, en in ieder geval dacht hij niet dat het zin had om Gandalf tegen te spreken.