Information du mot drenken (néerlandais → espéranto: trinkigi)

Synonyme: laten drinken

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈdrɛŋkə(n)/
Césuredren·ken

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) drenk(ik) drenkte
(jij) drenkt(jij) drenkte
(hij) drenkt(hij) drenkte
(wij) drenken(wij) drenkten
(jullie) drenken(jullie) drenkten
(gij) drenkt(gij) drenktet
(zij) drenken(zij) drenkten
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) drenke(dat ik) drenkte
(dat jij) drenke(dat jij) drenkte
(dat hij) drenke(dat hij) drenkte
(dat wij) drenken(dat wij) drenkten
(dat jullie) drenken(dat jullie) drenkten
(dat gij) drenket(dat gij) drenktet
(dat zij) drenken(dat zij) drenkten
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
drenkdrenkt
Participes
Participe présentParticipe passé
drenkend, drenkende(hebben) gedrenkt

Exemples d’usage

Zij dreven daarna hun paarden bijeen om hen aan de rivier te drenken.
Drenk de paarden en geef de mannen wat te eten.

Traductions

anglaisdrench
espérantotrinkigi
féringienlata drekka
françaisabreuver
portugaisdar de beber