Information du mot doorkomen (néerlandais → espéranto: trapasi)

Synonyme: dóórtrekken

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈdorkomə(n)/
Césuredoor·ko·men

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) kom door(ik) kwam door
(jij) komt door(jij) kwam door
(hij) komt door(hij) kwam door
(wij) komen door(wij) kwamen door
(jullie) komen door(jullie) kwamen door
(gij) komt door(gij) kwaamt door
(zij) komen door(zij) kwamen door
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) doorkome(dat ik) doorkwame
(dat jij) doorkome(dat jij) doorkwame
(dat hij) doorkome(dat hij) doorkwame
(dat wij) doorkomen(dat wij) doorkwamen
(dat jullie) doorkomen(dat jullie) doorkwamen
(dat gij) doorkomet(dat gij) doorkwamet
(dat zij) doorkomen(dat zij) doorkwamen
Participes
Participe présentParticipe passé
doorkomend, doorkomende(zijn) doorgekomen

Traductions

afrikaansdeurgaan
allemandzurücklegen; ablegen
anglaispass; go through
danoisgennemgå
espagnolatravesar; ir a través de
espérantotrapasi
françaissubir
portugaisatravessar; percorrer
thaïต้อง