Information du mot bosschage (néerlandais → espéranto: arbareto)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/bɔˈsazjə/
Césurebos·scha·ge
Genreneutre
Plurielbosschages

Exemples d’usage

Gezien de afgebrokkelde graftombes langs de oever, de bosschages van jeneverbes en cipressen, en de murmelende gesprekken die hij bij nacht opving, was Cugel blij dat hij voer in plaats van te voet te moeten gaan.
Hij kent het landgoed en hij zegt dat er aardig wat bosschages zijn.

Traductions

allemandGehölz; Hain; Wäldchen; Holz
anglaisgrove
espérantoarbareto
françaisbois
frison saterlandHolt