Information du mot aantonen (néerlandais → espéranto: pruvi)

Synonymes: adstrueren, bewijzen, staven, hardmaken

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈantonə(n)/
Césureaan·to·nen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) toon aan(ik) toonde aan
(jij) toont aan(jij) toonde aan
(hij) toont aan(hij) toonde aan
(wij) tonen aan(wij) toonden aan
(jullie) tonen aan(jullie) toonden aan
(gij) toont aan(gij) toondet aan
(zij) tonen aan(zij) toonden aan
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) aantone(dat ik) aantoonde
(dat jij) aantone(dat jij) aantoonde
(dat hij) aantone(dat hij) aantoonde
(dat wij) aantonen(dat wij) aantoonden
(dat jullie) aantonen(dat jullie) aantoonden
(dat gij) aantonet(dat gij) aantoondet
(dat zij) aantonen(dat zij) aantoonden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
toon aantoont aan
Participes
Participe présentParticipe passé
aantonend, aantonende(hebben) aangetoond

Exemples d’usage

Theoretisch kan worden aangetoond dat de periode van een slinger—dat is de tijd die de slinger nodig heeft voor een volledige slingering—alleen afhangt van de lengte van de slinger en van de zwaartekracht.

Traductions

afrikaansaantoon; bewys
allemandbegründen; beweisen; erhärten
anglaisprove
catalandemostrar; provar
danoisbevise
espagnoldemostrar; probar
espérantopruvi
finnoisnäyttää toteen
françaisdémontrer; prouver
frison occidentalbewize; oantoane
frison saterlandbegründje; bewiese
italienprovare
latinexperiri; probare
malaismembuktikan
papiamentopreba; proba
portugaisdemostrar; fazer prova de; provar
suédoisbevisa
yidicheפּרואװן