Information du mot beschermen (néerlandais → espéranto: protekti)

Synonymes: behoeden, bewaren, dekken, protegeren, sauveren

Parti du discoursverbe
Prononciation/bəˈsxɛrmə(n)/
Césurebe·scher·men

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) bescherm(ik) beschermde
(jij) beschermt(jij) beschermde
(hij) beschermt(hij) beschermde
(wij) beschermen(wij) beschermden
(jullie) beschermen(jullie) beschermden
(gij) beschermt(gij) beschermdet
(zij) beschermen(zij) beschermden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) bescherme(dat ik) beschermde
(dat jij) bescherme(dat jij) beschermde
(dat hij) bescherme(dat hij) beschermde
(dat wij) beschermen(dat wij) beschermden
(dat jullie) beschermen(dat jullie) beschermden
(dat gij) beschermet(dat gij) beschermdet
(dat zij) beschermen(dat zij) beschermden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
beschermbeschermt
Participes
Participe présentParticipe passé
beschermend, beschermende(hebben) beschermd

Traductions

allemandbegünstigen; beschirmen; protektieren; schützen; beschützen
anglaisprotect; cover
anglais (vieil anglais)mundbyrdan
bas allemandbeskarmen
catalanprotegir
danoisbeskytte
espagnolprotectar; proteger
espérantoprotekti
féringientaka sær av; verja
finnoissuojella
françaisabriter; assurer; garantir; protéger
frison occidentalbeskermje; dekke
frison saterlandbegunstigje; beschutsje; beskutsje; protektierje; skutsje
islandaisvarða
italienproteggere
luxembourgeoisschützen
papiamentoprotehá
portugaisproteger
suédoisbeskydda; freda; skydda; värja; värna
tchèquehájit; chránit; ochraňovat