Information du mot verminderen (néerlandais → espéranto: plimalgrandiĝi)

Synonymes: afnemen, kleiner worden

Parti du discoursverbe
Prononciation/vərˈmɪndərə(n)/
Césurever·min·de·ren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) verminder(ik) verminderde
(jij) vermindert(jij) verminderde
(hij) vermindert(hij) verminderde
(wij) verminderen(wij) verminderden
(jullie) verminderen(jullie) verminderden
(gij) vermindert(gij) verminderdet
(zij) verminderen(zij) verminderden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) vermindere(dat ik) verminderde
(dat jij) vermindere(dat jij) verminderde
(dat hij) vermindere(dat hij) verminderde
(dat wij) verminderen(dat wij) verminderden
(dat jullie) verminderen(dat jullie) verminderden
(dat gij) verminderet(dat gij) verminderdet
(dat zij) verminderen(dat zij) verminderden
Participes
Participe présentParticipe passé
verminderend, verminderende(zijn) verminderd

Exemples d’usage

De potentiële energie daarentegen vermindert doordat de afstand tot de grond kleiner wordt.

Traductions

allemandermäßigen
anglaisdiminish; decrease
espérantoplimalgrandiĝi
frison saterlandferminnerje; ounieme