Information du mot begenadigen (néerlandais → espéranto: pardoni)

Synonyme: vergeven

Parti du discoursverbe
Prononciation/bəɣəˈnadəɣə(n)/
Césurebe·ge·na·di·gen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) begenadig(ik) begenadigde
(jij) begenadigt(jij) begenadigde
(hij) begenadigt(hij) begenadigde
(wij) begenadigen(wij) begenadigden
(jullie) begenadigen(jullie) begenadigden
(gij) begenadigt(gij) begenadigdet
(zij) begenadigen(zij) begenadigden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) begenadige(dat ik) begenadigde
(dat jij) begenadige(dat jij) begenadigde
(dat hij) begenadige(dat hij) begenadigde
(dat wij) begenadigen(dat wij) begenadigden
(dat jullie) begenadigen(dat jullie) begenadigden
(dat gij) begenadiget(dat gij) begenadigdet
(dat zij) begenadigen(dat zij) begenadigden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
begenadigbegenadigt
Participes
Participe présentParticipe passé
begenadigend, begenadigende(hebben) begenadigd

Exemples d’usage

Koning Throbius is verschenen en gaat Falael begenadigen.

Traductions

allemandentschuldigen; verzeihen
anglaispardon
anglais (vieil anglais)forgefan
catalanexcusar; perdonar
danoistilgive
espagnolperdonar
espérantopardoni
féringienfyrigeva; umbera
finnoisantaa anteeksi
françaisexcuser; pardonner
frison occidentalbegnedigje; ferjaan
frison saterlandäntscheeldigje; äntskeeldigje; ferreeke
islandaisfyrirgefa
malaisampun; mengampuni
norvégientilgi
papiamentopordoná
polonaisprzebaczać
portugaisdesculpar; escusar; perdoar
roumainierta; scuza
souahéli‐achilia
sranangi pardon
suédoisbenåda; förlåta
tchèqueodpustit; prominout
turcbağışlamak; affetmek