Information du mot toetakelen (néerlandais → espéranto: ornamaĉi)

Synonymes: opdirken, uitdossen

Parti du discoursverbe

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) takel toe(ik) takelde toe
(jij) takelt toe(jij) takelde toe
(hij) takelt toe(hij) takelde toe
(wij) takelen toe(wij) takelden toe
(jullie) takelen toe(jullie) takelden toe
(gij) takelt toe(gij) takeldet toe
(zij) takelen toe(zij) takelden toe
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) toetakele(dat ik) toetakelde
(dat jij) toetakele(dat jij) toetakelde
(dat hij) toetakele(dat hij) toetakelde
(dat wij) toetakelen(dat wij) toetakelden
(dat jullie) toetakelen(dat jullie) toetakelden
(dat gij) toetakelet(dat gij) toetakeldet
(dat zij) toetakelen(dat zij) toetakelden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
takel toetakelt toe
Participes
Participe présentParticipe passé
toetakelend, toetakelende(hebben) toegetakeld

Traductions

espérantoornamaĉi