Information du mot afleveren (néerlandais → espéranto: liveri)

Synonymes: bestellen, leveren, toevoeren

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈɑflevərə(n)/
Césureaf·le·ve·ren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) lever af(ik) leverde af
(jij) levert af(jij) leverde af
(hij) levert af(hij) leverde af
(wij) leveren af(wij) leverden af
(jullie) leveren af(jullie) leverden af
(gij) levert af(gij) leverdet af
(zij) leveren af(zij) leverden af
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) aflevere(dat ik) afleverde
(dat jij) aflevere(dat jij) afleverde
(dat hij) aflevere(dat hij) afleverde
(dat wij) afleveren(dat wij) afleverden
(dat jullie) afleveren(dat jullie) afleverden
(dat gij) afleveret(dat gij) afleverdet
(dat zij) afleveren(dat zij) afleverden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
lever aflevert af
Participes
Participe présentParticipe passé
afleverend, afleverende(hebben) afgeleverd

Exemples d’usage

Goed, ik zal 15% bieden en daar de voorwaarde aan verbinden dat het zilver ergens in Rotterdam afgeleverd wordt.

Traductions

allemandliefern
anglaisdeliver
bas allemandleyveren
catalanlliurar
danoisaflevere
espagnolentregar; suministrar
espérantoliveri
féringienflýggja; greiða; lata
françaisfournir; livrer
frison occidentalleverje
frison saterlandlääwerje
gaélique écossaisliubhair
norvégienlevere
papiamentoentregá
portugaisdar; entregar; fornecer; ministrar
suédoisavleverera; leverera
tchèquedodat; dodávat; poskytnout; poskytovat
thaïยื่น