Information du mot toevoegen (néerlandais → espéranto: aldoni)

Synonymes: bijdoen, bijmengen, bijvoegen, toegeven

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈtuvuɣə(n)/
Césuretoe·voe·gen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) voeg toe(ik) voegde toe
(jij) voegt toe(jij) voegde toe
(hij) voegt toe(hij) voegde toe
(wij) voegen toe(wij) voegden toe
(jullie) voegen toe(jullie) voegden toe
(gij) voegt toe(gij) voegdet toe
(zij) voegen toe(zij) voegden toe
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) toevoege(dat ik) toevoegde
(dat jij) toevoege(dat jij) toevoegde
(dat hij) toevoege(dat hij) toevoegde
(dat wij) toevoegen(dat wij) toevoegden
(dat jullie) toevoegen(dat jullie) toevoegden
(dat gij) toevoeget(dat gij) toevoegdet
(dat zij) toevoegen(dat zij) toevoegden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
voeg toevoegt toe
Participes
Participe présentParticipe passé
toevoegend, toevoegende(hebben) toegevoegd

Exemples d’usage

Ik voeg eraan toe dat zeven van deze tegenstanders tempelieren waren en ridder Brian de Bois‐Guilbert kan getuigen dat ik de waarheid spreek.
Die heb ik er later aan toegevoegd.

Traductions

afrikaansbyvoeg; toevoeg
allemandaddieren; beifügen; zufügen; hinzutun; zugeben; anfügen; hinzufügen; beilegen; ergänzen; hinzusetzen
anglaisadd; append
bas allemandbyvögen
catalanafegir
danoistilføje
espagnolañadir
espérantoaldoni
féringienleggja afturat
finnoislisätä
françaisadjoindre; ajouter; joindre
frison occidentalbydwaan
frison saterlandaddierje; bietoureekenje
hongroishozzáad
islandaisbæta við
italienaggiungere
latinaccensere; accommodare; addere
papiamentoagregá; añadí
portugaisacrescentar; adicionar; ajuntar
roumainadăuga
suédoisbifoga
thaïเจือ; ต่อ; ใส่