Information du mot verkeren (néerlandais → espéranto: interrilati)

Synonyme: omgaan

Parti du discoursverbe
Prononciation/vərˈkeːrə(n)/
Césureverkeren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) verkeer(ik) verkeerde
(jij) verkeert(jij) verkeerde
(hij) verkeert(hij) verkeerde
(wij) verkeren(wij) verkeerden
(jullie) verkeren(jullie) verkeerden
(gij) verkeert(gij) verkeerdet
(zij) verkeren(zij) verkeerden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) verkere(dat ik) verkeerde
(dat jij) verkere(dat jij) verkeerde
(dat hij) verkere(dat hij) verkeerde
(dat wij) verkeren(dat wij) verkeerden
(dat jullie) verkeren(dat jullie) verkeerden
(dat gij) verkeret(dat gij) verkeerdet
(dat zij) verkeren(dat zij) verkeerden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
verkeerverkeert
Participes
Participe présentParticipe passé
verkerend, verkerende(hebben) verkeerd

Traductions

anglaisinteract; interrelate
danoisomgås
espérantointerrilati
françaisfréquenter
islandaisumgangast
norvégienomgås