Information du mot inspireren (néerlandais → espéranto: inspiri)

Synonyme: bezielen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ɪnspiˈrerə(n)/
Césurein·spi·re·ren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) inspireer(ik) inspireerde
(jij) inspireert(jij) inspireerde
(hij) inspireert(hij) inspireerde
(wij) inspireren(wij) inspireerden
(jullie) inspireren(jullie) inspireerden
(gij) inspireert(gij) inspireerdet
(zij) inspireren(zij) inspireerden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) inspirere(dat ik) inspireerde
(dat jij) inspirere(dat jij) inspireerde
(dat hij) inspirere(dat hij) inspireerde
(dat wij) inspireren(dat wij) inspireerden
(dat jullie) inspireren(dat jullie) inspireerden
(dat gij) inspireret(dat gij) inspireerdet
(dat zij) inspireren(dat zij) inspireerden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
inspireerinspireert
Participes
Participe présentParticipe passé
inspirerend, inspirerende(hebben) geïnspireerd

Exemples d’usage

Wijninga sluit niet uit dat ook dzjihadisten in Nederland zich laten inspireren door wat in Canada is gebeurd.
Enigszins geïnspireerd begon Sam te schrijven.

Traductions

afrikaansinspireer
allemandbegeistern; einflößen; eingeben; inspirieren; erleuchten; anregen; erwecken; auslösen
anglaisinspire
catalaninspirar
espagnolinspirar
espérantoinspiri
françaisdicter; inspirer
frison saterlandbegäisterje; inspirierje
papiamentoinspirá
portugaisincutir; infundir; inspirar
roumaininspira
russeвнушать
tchèqueinspirovat