Information du mot huilen (néerlandais → espéranto: hurli)

Synonyme: brullen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈɦœy̯̯lə(n)/
Césurehui·len

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) huil(ik) huilde
(jij) huilt(jij) huilde
(hij) huilt(hij) huilde
(wij) huilen(wij) huilden
(jullie) huilen(jullie) huilden
(gij) huilt(gij) huildet
(zij) huilen(zij) huilden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) huile(dat ik) huilde
(dat jij) huile(dat jij) huilde
(dat hij) huile(dat hij) huilde
(dat wij) huilen(dat wij) huilden
(dat jullie) huilen(dat jullie) huilden
(dat gij) huilet(dat gij) huildet
(dat zij) huilen(dat zij) huilden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
huilhuilt
Participes
Participe présentParticipe passé
huilend, huilende(hebben) gehuild

Exemples d’usage

Een paar minuten nadat de wolven hadden gehuild, maakte de weg een scherpe bocht, en toen de groep die genomen had, zag zij op de weg een onverwacht schouwspel.
Buiten in de nacht huilden de wolven weer.

Traductions

allemandheulen
anglaishowl; cry; yowl
catalanudolar
espagnolaullar; ulular
espérantohurli; hojli
féringientúta
françaishurler
portugaisuivar; ulular