Information du mot veronderstellen (néerlandais → espéranto: hipotezi)

Parti du discoursverbe
Prononciation/vərɔndərˈstɛlə(n)/
Césurever·on·der·stel·len

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) veronderstel(ik) veronderstelde
(jij) veronderstelt(jij) veronderstelde
(hij) veronderstelt(hij) veronderstelde
(wij) veronderstellen(wij) veronderstelden
(jullie) veronderstellen(jullie) veronderstelden
(gij) veronderstelt(gij) verondersteldet
(zij) veronderstellen(zij) veronderstelden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) veronderstelle(dat ik) veronderstelde
(dat jij) veronderstelle(dat jij) veronderstelde
(dat hij) veronderstelle(dat hij) veronderstelde
(dat wij) veronderstellen(dat wij) veronderstelden
(dat jullie) veronderstellen(dat jullie) veronderstelden
(dat gij) veronderstellet(dat gij) verondersteldet
(dat zij) veronderstellen(dat zij) veronderstelden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
veronderstelveronderstelt
Participes
Participe présentParticipe passé
veronderstellend, veronderstellende(hebben) verondersteld

Traductions

allemandvoraussetzen; annehmen
anglaishypothesize
espérantohipotezi
portugaisfazer a hipótese de