Information du mot bijstaan (néerlandais → espéranto: helpi)

Synonymes: helpen, ter zijde staan

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈbɛi̯stan/
Césurebij·staan

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) sta bij(ik) stond bij
(jij) staat bij(jij) stond bij
(hij) staat bij(hij) stond bij
(wij) staan bij(wij) stonden bij
(jullie) staan bij(jullie) stonden bij
(gij) staat bij(gij) stondt bij
(zij) staan bij(zij) stonden bij
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) bijsta(dat ik) bijstonde
(dat jij) bijsta(dat jij) bijstonde
(dat hij) bijsta(dat hij) bijstonde
(dat wij) bijstaan(dat wij) bijstonden
(dat jullie) bijstaan(dat jullie) bijstonden
(dat gij) bijstaat(dat gij) bijstondet
(dat zij) bijstaan(dat zij) bijstonden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
sta bijstaat bij
Participes
Participe présentParticipe passé
bijstaand, bijstaande(hebben) bijgestaan

Exemples d’usage

Ik ben in jullie macht en als we willen ontsnappen, moeten we elkaar bijstaan.
Je hebt me ooit gezegd dat je me bij zou staan bij het veroveren van Khauran.
Dan moet ik bijstaan.

Traductions

afrikaanshelp; bystaan
allemandbeistehen; beispringen; helfen; beitragen; begünstigen; fördern; nützen
anglaisaid; assist; help
anglais (vieil anglais)helpan
bas allemandhelpen; hölpen
catalanajudar; auxiliar; socórrer
créole jamaïcainelp
danoishjælpe
espagnolauxiliar; ayudar
espérantohelpi
féringienhjálpa
finnoisauttaa
françaisaider; assister; secourir
frison occidentalhelpe
frison saterlandbiespringe; biestounde; hälpe
gaélique écossaiscuidich
hongroissegít
islandaishjálpa
italienaiutare
latinadiutare; adiuvare; iuvare
malaisbantu … membantu
norvégienhjelpe
papiamentoasistí; yuda
polonaispomagać
portugaisajudar; auxiliar; socorrer
roumainajuta
scotsgie a haund
souahéli‐saidia
srananasisteri; lepi; stanbay; yepi
suédoisbiträda; hjälpa
tchèquepomáhat; pomoci; přispět
thaïช่วย