Information du mot bewonderen (néerlandais → espéranto: admiri)

Parti du discoursverbe
Prononciation/bəˈʋɔndərə(n)/
Césurebe·won·de·ren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) bewonder(ik) bewonderde
(jij) bewondert(jij) bewonderde
(hij) bewondert(hij) bewonderde
(wij) bewonderen(wij) bewonderden
(jullie) bewonderen(jullie) bewonderden
(gij) bewondert(gij) bewonderdet
(zij) bewonderen(zij) bewonderden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) bewondere(dat ik) bewonderde
(dat jij) bewondere(dat jij) bewonderde
(dat hij) bewondere(dat hij) bewonderde
(dat wij) bewonderen(dat wij) bewonderden
(dat jullie) bewonderen(dat jullie) bewonderden
(dat gij) bewonderet(dat gij) bewonderdet
(dat zij) bewonderen(dat zij) bewonderden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
bewonderbewondert
Participes
Participe présentParticipe passé
bewonderend, bewonderende(hebben) bewonderd

Exemples d’usage

Ik moet zeggen dat ik de oude man bewonderde.
Hij bewonderde dictators als Stalin en Hitler.

Traductions

espérantoadmiri