Information du mot doorgaan (néerlandais → espéranto: daŭri)

Synonyme: doorgaan met

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈdoːrɣan/
Césuredoor·gaan

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) ga door(ik) ging door
(jij) gaat door(jij) ging door
(hij) gaat door(hij) ging door
(wij) gaan door(wij) gingen door
(jullie) gaan door(jullie) gingen door
(gij) gaat door(gij) gingt door
(zij) gaan door(zij) gingen door
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) doorga(dat ik) doorginge
(dat jij) doorga(dat jij) doorginge
(dat hij) doorga(dat hij) doorginge
(dat wij) doorgaan(dat wij) doorgingen
(dat jullie) doorgaan(dat jullie) doorgingen
(dat gij) doorgaat(dat gij) doorginget
(dat zij) doorgaan(dat zij) doorgingen
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
ga doorgaat door
Participes
Participe présentParticipe passé
doorgaand, doorgaande(zijn) doorgegaan

Exemples d’usage

Hoelang zal dat doorgaan?
We gaan door tot we winnen.
De Israëlische bombardementen op de Gazastrook gaan in alle hevigheid door.
Hierdoor is de kans groot dat de illegale handel doorgaat.
Intussen gaan de Russische aanvallen op steden door.

Traductions

allemandandauern
espérantodaŭri
frison occidentaltrochgean