Information du mot terugdraaien (néerlandais → espéranto: nuligi)

Synonymes: afgelasten, afzeggen, annuleren, opzeggen, terugnemen, afblazen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈtəˈrɵɣdraːjə(n)/
Césurete·rug·draai·en

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) draai terug(ik) draaide terug
(jij) draait terug(jij) draaide terug
(hij) draait terug(hij) draaide terug
(wij) draaien terug(wij) draaiden terug
(jullie) draaien terug(jullie) draaiden terug
(gij) draait terug(gij) draaidet terug
(zij) draaien terug(zij) draaiden terug
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) terugdraaie(dat ik) terugdraaide
(dat jij) terugdraaie(dat jij) terugdraaide
(dat hij) terugdraaie(dat hij) terugdraaide
(dat wij) terugdraaien(dat wij) terugdraaiden
(dat jullie) terugdraaien(dat jullie) terugdraaiden
(dat gij) terugdraaiet(dat gij) terugdraaidet
(dat zij) terugdraaien(dat zij) terugdraaiden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
draai terugdraait terug
Participes
Participe présentParticipe passé
terugdraaiend, terugdraaiende(hebben) teruggedraaid

Exemples d’usage

Haar plannen werden teruggedraaid.

Traductions

afrikaanskanselleer
albanaisabrogoj
allemandannullieren; für null und nichtig erklären; kassieren; absagen
anglaisannul; cancel; drop; lift; nullify; rescind
danoisaflyse; sende afbud
espagnolanular; contramandar
espérantonuligi
féringiengera til einkis; taka aftur
françaisabroger; annuler; supprimer
frison occidentalannulearje; ôfsizze; skrasse
frison saterlandannullierje; kassierje
hongroismegsemmisít
italienannullare
malaisbatalkan; membatalkan
papiamentoanulá; kanselá
portugaisanular; declarar sem efeito; revogar
roumainabroga; anula
suédoisarbeställa
turcfeshetmek; iptal etmek