Information du mot zwart (néerlandais → espéranto: nigra)

Parti du discoursadjectif
Prononciation/zʋɑrt/
Césurezwart

Degrés de comparaison

Positifzwart
Comparatifzwarter
Superlatifzwartst

Déclinaison

 PositifComparatifSuperlatif
Prédicatifzwartzwarter(het) zwartst, (het) zwartste
AttributifIndéfiniPluriel masculin et fémininzwartezwarterezwartste
Singulier neutrezwartzwarterzwartst
Plurielzwartezwarterezwartste
Définizwartezwarterezwartste
Partitifzwartszwarters 

Exemples d’usage

De zwarte wolk had zich nu over de hele hemel uitgebreid.
Zijn gezicht was zwart van het stof en het zweet.
Ik zie niets dan zwarte muren en verbrande balken.

Traductions

afrikaansswart
bas allemandswart
espérantonigra
finnoismusta
yidicheשואַרץ