Information du mot oor (néerlandais → espéranto: orelo)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/or/
Césureoor

Exemples d’usage

Hij had slechts één oog, één oor en één been, alsof er een groot mes gebruikt was om alles aan één kant van hem weg te snijden.
Toen hij zijn oor bij de opening bracht, kon hij duidelijk de stem van heer Ollie horen.

Traductions

afrikaansoor
anglaisear
espérantoorelo