Information du mot opmaken (néerlandais → espéranto: prepari)

Synonymes: toebereiden, voorbereiden, bereiden, aanmaken

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈɔpmakə(n)/
Césureop·ma·ken

Exemples d’usage

Daar hebben ze de bedden nog niet opgemaakt.
Toen was zijn plan gauw opgemaakt.

Traductions

afrikaansvoorberei
espérantoprepari