Information du mot spoor (néerlandais → espéranto: vojsulko)

Synonymes: karrespoor, wagenspoor

Parti du discourssubstantif
Prononciation/spoːr/
Césurespoor

Exemples d’usage

Een tweede spoor voerde zuidwaarts door een pas tussen de heuvels, een derde zwenkte naar het noordoosten.

Traductions

allemandGeleise
anglaistrail
espérantovojsulko
frison saterlandGelaise
portugaiscarril; rodeira