Information du mot bewijzen (néerlandais → espéranto: demonstri)

Synonymes: aantonen, demonstreren

Parti du discoursverbe
Prononciation/bəˈʋɛi̯zə(n)/
Césurebe·wij·zen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) bewijs(ik) bewees
(jij) bewijst(jij) bewees
(hij) bewijst(hij) bewees
(wij) bewijzen(wij) bewezen
(jullie) bewijzen(jullie) bewezen
(gij) bewijst(gij) beweest
(zij) bewijzen(zij) bewezen
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) bewijze(dat ik) beweze
(dat jij) bewijze(dat jij) beweze
(dat hij) bewijze(dat hij) beweze
(dat wij) bewijzen(dat wij) bewezen
(dat jullie) bewijzen(dat jullie) bewezen
(dat gij) bewijzet(dat gij) bewezet
(dat zij) bewijzen(dat zij) bewezen
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
bewijsbewijst
Participes
Participe présentParticipe passé
bewijzend, bewijzende(hebben) bewezen

Exemples d’usage

Ik sta erop dat u mij de eerbied bewijst die een geestelijke toekomt.

Traductions

allemanddemonstrieren; darstellen; beweisen; vorführen
anglaisdemonstrate
espagnoldemostrar
espérantodemonstri; demonstracii
françaisdémontrer
frison occidentaloantoane
hongroisbemutat; demonstrál
portugaisdemonstrar
roumaindemonstra; dovedi
russeвыставлять
tchèquepředvést