Information du mot stram (néerlandais → espéranto: rigida)

Synonymes: houterig, star, stijf, stug

Parti du discoursadjectif
Prononciation/strɑm/
Césurestram

Exemples d’usage

Hij strekte zijn stramme rechterbeen en verplaatste de wapenstok waarop hij leunde om de pijnscheuten even te verminderen die zijn gewichten nu al weer dagen teisterden, zijn gezicht ondertussen even onbewogen als altijd.

Traductions

allemandstarr; steif; spröde
anglaisrigid; stiff
catalanrígid
créole jamaïcainkris
danoisstiv
espagnolrigido; rígido
espérantorigida
féringienstívur
finnoiskankea
françaisraide; rigide
frison occidentalstiif
frison saterlandholten; stieuw
islandaisstirður
italienrigido
papiamentosteif
portugaishirto; rígido; teso
sranansteyfi
suédoisstyv