Information du mot spoor (néerlandais → espéranto: postsigno)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/spoːr/
Césurespoor
Genreneutre
Plurielsporen

Diminutif
SingulierPluriel
spoortjespoortjes

Exemples d’usage

De zaak is inmiddels vijf jaar oud, maar misschien zijn er nog sporen te vinden.
Men had geen spoor van de moordenaar kunnen vinden.
Ik heb geen spoor van het monster in de grot gevonden.
Het is niet precies duidelijk in welk gebied de Drentse wolf zich heeft gevestigd, maar wel zijn meer dan zes maanden achter elkaar sporen van het roofdier gevonden.

Traductions

allemandFährte; Spur
anglaistrace
bas allemandspour
catalanempremta
espagnolhuella; marca; señal
espérantopostsigno; spuro; postesigno