Information du mot nummer (néerlandais → espéranto: numero)

Synonyme: numero

Parti du discourssubstantif
Prononciation/ˈnɵmər/
Césurenum·mer
Genreneutre
Plurielnummers

Diminutif
SingulierPluriel
nummertjenummertjes

Exemples d’usage

Ik heb het nummer van de wagen, die er nieuw uitzag.
Heb je zijn nummer opgenomen?
Hij zette Kwil op het tafeltje naast de telefoon en begon een nummer op te zoeken.
Ik ga u nu twee nummers noemen van bankbiljetten van vijfentwintig gulden.

Traductions

afrikaansnommer
allemandNummer
anglaisnumber; issue
catalannúmero
créole jamaïcainnomba
danoisnummer
espagnolnúmero
espérantonumero
féringiennummar
finnoisnumero
françaisnuméro
frison occidentalnûmer
frison saterlandNummer; Nuumer
italiennumero
latinnumerus
malaisnombor; nomer
papiamentonumber
polonaisnumer
portugaisnúmero
roumainnumeral
souahélihesabu; namba; nambari
sranannomru
suédoisnummer
tchèquečíslo
thaïเบอร์; เลข