Information du mot boom (néerlandais → espéranto: kreskego)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/buːm/
Césureboom
Genremasculin
Plurielbooms

Exemples d’usage

Uit de cijfers blijkt ook dat de boom van de huizenmarkt alleen maar toe lijkt te nemen.
Na de hoge overheidsuitgaven tijdens de boom van de olie‐inkomsten was de aanpassing aan de val van de olieprijzen niet gemakkelijk.

Traductions

anglaisboom
espérantokreskego