Information du mot ingeven (néerlandais → espéranto: enigi)

Synonymes: insteken, steken, invoeren, opvoeren

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈɪŋɣevə(n)/
Césurein·ge·ven

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) geef in(ik) gaf in
(jij) geeft in(jij) gaf in
(hij) geeft in(hij) gaf in
(wij) geven in(wij) gaven in
(jullie) geven in(jullie) gaven in
(gij) geeft in(gij) gaaft in
(zij) geven in(zij) gaven in
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) ingeve(dat ik) ingave
(dat jij) ingeve(dat jij) ingave
(dat hij) ingeve(dat hij) ingave
(dat wij) ingeven(dat wij) ingaven
(dat jullie) ingeven(dat jullie) ingaven
(dat gij) ingevet(dat gij) ingavet
(dat zij) ingeven(dat zij) ingaven
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
geef ingeeft in
Participes
Participe présentParticipe passé
ingevend, ingevende(hebben) ingegeven

Exemples d’usage

Hij kreeg een lumineus idee, keerde terug naar Google en gaf Wasserij Schepens in.
Maar mijn hart geeft mij in dat, eer alles voorbij is, gij Frodo, zoon van Drogo, meer van deze veile zaken zult afweten dan Gildor Inglorion.

Traductions

allemandstecken; hineintun; hineinbringen; hineinschaffen; hineinstecken; hineintreiben; hereinbringen; hereinschaffen
anglaisenter; insert; put in; input
espagnolinjerir
espérantoenigi
françaisintroduire
frison saterlandprikje; stikje
polonaiswprowadzać do środka
portugaisinserir; introduzir
thaïเจือ; ใส่