Information du mot zitplaats (néerlandais → espéranto: sidloko)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/ˈzɪtplats/
Césurezit·plaats

Exemples d’usage

Ze gleden van hun zitplaats en gingen door het luik naar buiten.
Zijn zitplaats scheen steeds harder te worden en de wind werd kouder toen de nacht viel.
Zanzel, kort van geduld, draaide zich bruusk om op zijn zitplaats.

Traductions

afrikaanssitplek
anglaisseat
danoisplads
espagnolasiento
espérantosidloko
françaisplace
portugaislugar