Informo pri la vorto geschil (nederlanda → esperanto: malkonsento)

Sinonimoj: meningsverschil, onenigheid, verschil van mening, geschilpunt

Vortspecosubstantivo
Prononco/ɣəˈsxɪl/
Dividoge·schil
Genroneŭtra
Pluralogeschillen

Diminutivo
SingularoPluralo
geschilletjegeschilletjes

Uzekzemploj

Telkens wanneer hij in een geschil tussen wetenschappers moest bemiddelen, groeide zijn waardering voor Horvath weer een beetje meer.

Tradukoj

angladisagreement
danauenighed
esperantomalkonsento; malkonsentaĵo
germanaZwietracht; Meinungsverschiedenheit; Uneinigkeit; Differenz
islandaágreiningur; missætti
norvegauenighet
saterlanda frizonaTwiespalt; Uuneenegaid
svedaoenighet
turkaanlaşmazlık