Informo pri la vorto krankzinnig (nederlanda → esperanto: freneza)

Sinonimoj: bezeten, dol, dolzinnig, gek, stapel, uitzinnig, waanzinnig, zot, krankjorum

Vortspecoadjektivo
Prononco/krɑŋkˈsɪnəx/
Dividokrank·zin·nig

Uzekzemploj

Ik word krankzinnig van dit jachtige leven.
Ik dacht een ogenblik dat hij krankzinnig geworden was.
Het verwondert me niks dat mensen die in de woestijn verdwaald zijn, krankzinnig worden.
Maar dat is krankzinnig!
Pyotr Rorsefne was krankzinnig toen hij het testament maakte.
Kunt u zich iets krankzinnigers of verradelijkers voorstellen?

Tradukoj

afrikansokranksinnig
anglacrazy; insane; mad; lunatic
ĉeĥabláznivý; šílený
danasindssyg
esperantofreneza
feroafrá sær sjálvum; vitleysur
finnahullu
francaaberrant; agité; fou; cinglé
germanairre; toll; verrückt; wahnsinnig; irrsinnig; von Sinnen
hispanaalienado; frenético; loco
italamatto
katalunaboig boja; foll
latinoamens; astrosus; ceritus; cerebrosus; demens; cerritus
malajagila
okcidenta frizonadûm; dwylsinnich; sljochtsinnich
papiamentoloko
portugalainsano; louco
rusaбезумный
saterlanda frizonadul; in sin Woan; maal; rappelich; roasend; truchtroald
surinamalaw
svedadåraktig; förryckt; galen; stollig; tok; tokig; vansinnig; vriden
tagalogaloko
tajaบ้า
turkaçılgın