Informo pri la vorto dronken (nederlanda → esperanto: ebria)

Sinonimoj: beschonken, zat

Vortspecoadjektivo
Prononco/ˈdrɔŋkə(n)/
Dividodron·ken

Komparaciaj gradoj

Positivodronken
Komparativomeer dronken
Superlativomeest dronken

Deklinacio

 PositivoKomparativoSuperlativo
Predikativadronkenmeer dronken(het) meest dronken, (het) meest dronkene
AtributivaNedifinaVira kaj ina pluralodronkenmeer dronkenemeest dronken
Neŭtra singularodronkenmeer dronkenmeest dronken
Pluralodronkenmeer dronkenemeest dronken
Difinadronkenmeer dronkenemeest dronken
Partitivadronkensmeer dronkens 

Uzekzemploj

Léon zal dus wel met z’n dronken kop gestruikeld zijn en is toen verkeerd terechtgekomen.
Het geschreeuw van de dronken feestvierders volgde Stephens tot onder aan de trap.
Als ik nog een slok neem, ben ik dronken.
Hadden die twee dronken soldaten ons niet meegenomen, dan hadden we Burtok kunnen doden.
De koning van Zamora vreesde hem meer dan de dood, en zorgde ervoor voortdurend dronken te blijven omdat die vrees onverdraaglijk voor hem zou zijn als hij nuchter was.
Ik was dronken.

Tradukoj

afrikansodronk
albanadehur
angladrunk; drunken
ĉeĥaopilý
danaberuset; drukken; fuld
esperantoebria
finnajuopunut
francaivre
germanaberauscht; trunken; betrunken
hispanaborracho; ebrio
islandaölvaður
italabrillo; ubriaco
katalunaebri; embriac
latinoappotus
okcidenta frizonadronken
papiamentofuma
portugalabêbado; ébrio; embriagado
saterlanda frizonaberuusked; beseepen; dronken; duun
skotadrunken
surinamadrungu
svedaberudsad; drucken; full; rusig
tajaเมาเหล้า; เมา