Informo pri la vorto stropen (nederlanda → esperanto: ŝtelĉasi)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈstropə(n)/
Dividostro·pen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) stroop(ik) stroopte
(jij) stroopt(jij) stroopte
(hij) stroopt(hij) stroopte
(wij) stropen(wij) stroopten
(jullie) stropen(jullie) stroopten
(gij) stroopt(gij) strooptet
(zij) stropen(zij) stroopten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) strope(dat ik) stroopte
(dat jij) strope(dat jij) stroopte
(dat hij) strope(dat hij) stroopte
(dat wij) stropen(dat wij) stroopten
(dat jullie) stropen(dat jullie) stroopten
(dat gij) stropet(dat gij) strooptet
(dat zij) stropen(dat zij) stroopten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
stroopstroopt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
stropend, stropende(hebben) gestroopt

Uzekzemploj

Die vrolijke monnik van Copmanhurst is overal bekend en hij schiet de helft van de herten die hier gestroopt worden.

Tradukoj

anglapoach
esperantoŝtelĉasi
okcidenta frizonastrûpe