Informo pri la vorto ombinden (nederlanda → esperanto: ĉirkaŭligi)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔmbɪndə(n)/
Dividoom·bin·den

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) bind om(ik) bond om
(jij) bindt om(jij) bond om
(hij) bindt om(hij) bond om
(wij) binden om(wij) bonden om
(jullie) binden om(jullie) bonden om
(gij) bindt om(gij) bondt om
(zij) binden om(zij) bonden om
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) ombinde(dat ik) ombonde
(dat jij) ombinde(dat jij) ombonde
(dat hij) ombinde(dat hij) ombonde
(dat wij) ombinden(dat wij) ombonden
(dat jullie) ombinden(dat jullie) ombonden
(dat gij) ombindet(dat gij) ombondet
(dat zij) ombinden(dat zij) ombonden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
bind ombindt om
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
ombindend, ombindende(hebben) omgebonden

Tradukoj

esperantoĉirkaŭligi
germanaumbinden; verbinden