Informo pri la vorto opvegen (nederlanda → esperanto: balai)

Sinonimoj: bezemen, vegen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔpfeɣə(n)/
Dividoop·ve·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) veeg op(ik) veegde op
(jij) veegt op(jij) veegde op
(hij) veegt op(hij) veegde op
(wij) vegen op(wij) veegden op
(jullie) vegen op(jullie) veegden op
(gij) veegt op(gij) veegdet op
(zij) vegen op(zij) veegden op
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) opvege(dat ik) opveegde
(dat jij) opvege(dat jij) opveegde
(dat hij) opvege(dat hij) opveegde
(dat wij) opvegen(dat wij) opveegden
(dat jullie) opvegen(dat jullie) opveegden
(dat gij) opveget(dat gij) opveegdet
(dat zij) opvegen(dat zij) opveegden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
veeg opveegt op
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
opvegend, opvegende(hebben) opgeveegd

Tradukoj

anglasweep
danafeje
esperantobalai
feroasópa
francabalayer
germanafegen; kehren; abkehren; auskehren; abfegen; ausfegen; vor sich herfegen; hinwegfegen
hispanabarrer
hungarasöpör
katalunaagranar; escombrar
okcidenta frizonafeie
papiamentobari
portugalavarrer; vasculhar; vassourar
rusaзаметать; мести
saterlanda frizonafeegje
skota gaelasguab
surinamafigi; sibi
svedasopa
tajaกวาด